Mijn geschiedenis als doedelzakspeler (of doedelzakker, zoals het wel eens in de volksmond genoemd wordt) begint ergens lang geleden, toen ik nog maar 10 jaar oud was. Net als veel andere kinderen keek ik naar de afleveringen van Samson en Gert. Op een zeker moment verscheen er een muziekfilmpje hiervan op TV waarin ze na naar Schotland gingen. Compleet met Schotse doedelzakmuziek werd ik toen betoverd door dat vreemde, mooie land, met grote kastelen, wijds landschap en mystieke instrumenten. Als kind werd ik meteen verliefd op het instrument, het land en alles wat erbij hoorde.
​
Een paar jaar daarna mocht ik van mijn ouders op muziekles. We hebben wel rondgekeken naar een doedelzakleraar of een band in de buurt, maar op dat punt konden we weinig vinden. Het enige wat we konden vinden was een doedelzakband in Apeldoorn, en dat was te ver weg voor ons vanuit Ermelo. Als alternatief heb ik toen twee jaar lang pianoles gevolgd, wat leuk was, en nuttig voor mijn muziektheorie, maar mijn docenten van destijds zullen beamen dat ik niet de meest gepassioneerde student was. Ik kreeg zelfs Schotse stukken om te spelen omdat ik eigenlijk veel liever de Schotse doedelzak bespeelde.
In juni 2009, en vol jaar nadat ik voor mezelf was begonnen met oefenen, kwam ik de band Friends of the Pipes tegen op strand Horst bij Ermelo. Ik wilde nog steeds heel graag leren doedelzakspelen. Ik ben dan ook gelijk op ze afgelopen om te vragen hoe je dat kon leren en waar. Het antwoord; kom bij de band en wij leren het je. De volgende dag was ik lid van de band.
​
De maanden die daarop volgde concentreerde ik me volledig op het leren van doedelzakspelen. Ik nam een pauze in mijn studie. Door veel inzet en hard werken ging ik zeer snel vooruit. 10 maanden na het begin van mijn opleiding bij de band stond ik op straat met de doedelzak, iets wat normaal pas na een paar jaar gebeurt. Voor mij was het een droom die uit kwam, en die motivatie dwong me om door te blijven gaan.
​
De daaropvolgende jaren bleef ik bij de band. Ik deed mee aan optredens en leerde nog steeds veel bij. Mijn eigen niveau bleef ook stijgen. Na een paar jaar begon ik zelf met lesgeven in de band. Thuis oefende ik op de heide bij Ermelo. Doordat ik daar regelmatig te vinden was, bouwde ik ook daar bekendheid op. In 2013 werd mij verteld dat ik in de band niets meer kon leren. Hoewel dit aan één kant een groot compliment was, stond ik toen wel voor een keuze. Waar ging ik heen om mijzelf te blijven verbeteren? Naar een andere band? Zou ik lessen nemen? Of nam ik genoegen met het niveau dat ik had?
Uiteindelijk ben ik gestopt met pianoles, en daarna bleef het op muzikaal gebied stil. Heel af en toe was ik achter de piano te vinden, maar daar bleef het ook bij. Toch bleef ik nog wel stiekem verliefd op de Schotse doedelzak. Telkens als ik ergens de doedelzak tegen kwam, wilde ik een tijdje blijven kijken en genoot ik zichtbaar.
​
Toen ik in Zwolle ging studeren voor docent geschiedenis (en later Engels), kwam ik in een muziekwinkeltje in Zwolle een practise chanter (oefenfluit) tegen. Meteen moest ik aan mijn droom denken die ik als kind al had. Ik wilde die droom nog steeds navolgen, en aangezien ik als student toch een zee van tijd had (of gebrek aan planningsvermogen om deze tijd nuttig in te delen) heb ik de practise chanter en een muziekboek over de doedelzak gekocht en ben er thuis mee aan de slag gegaan.
Hoe enthousiast ik ook was, ik kwam er niet ver mee. Veel bleef onduidelijk, en hoewel ik regelmatig speelde, klonk het nergens naar.
Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om les te nemen, maar dan wel van docenten in Schotland zelf. Sinds 2013 ga ik elk jaar naar Glasgow in Schotland om daar lessen te nemen en examens af te nemen. Ik doe dit bij de College of Piping, in West End. Dit is één van de twee hoogaangeschreven doedelzakcolleges in Glasgow. De docenten zelf zijn ook topspelers die mee hebben gedaan in de topklasse van de verscheidenen competities in Schotland. Elk jaar oefen ik thuis mijn materiaal, en verblijf dan een week in Glasgow. Een week lang krijg ik les en krijg ik zo de kans om de laatste puntjes op de i te zetten. Op de laatste dag doe ik examens. Aan de hand daarvan kan ik zien of ik het beoogte niveau gehaald heb.
​
En dat brengt ons naar vandaag. Ik geef tegenwoordig optredens door het hele land en ik sta nog altijd op de hei om daar muziek te maken!